Advent

De bomen zijn bijna allemaal kaal. De afgevallen bladeren vormen een deken voor de kou die komen gaat. De donkerste tijd van het jaar is aangebroken.

Vier zondagen voor Kerstmis, vlak voor het Sint Nicolaasfeest, begint advent.

Terwijl het buiten steeds eerder donker wordt, wordt het binnen steeds lichter…. In de adventskrans gaat iedere week steeds een kaarsje meer branden. In deze tijd leven we in de laatste weken voor de winterzonnewende. Elke dag sluipt de duisternis meer naderbij, totdat we tenslotte op 21 december de kortste dag beleven. Een dag waarop het vaak, vooral bij donker weer, niet eens meer helemaal licht wordt en de lampen al uren aanblijven. We kijken uit naar het lengen van de dagen, naar de terugkomst van de zon. Advent is ook een tijd van inkeer.  Deze naam komt van het Latijnse woord ‘adventus’ en betekent; ’komst’, de komst van het Licht met Kerstmis.

Ook op onze school vieren we het begin van de advent. In de adventskrans brandt dan de eerste kaars. De kleuters vieren dit feest in hun eigen klas. Er klinkt zachtjes muziek en er worden liedjes gezongen. Ieder kind mag zijn eigen kaarsje aansteken. De kinderen van klas 1 tot en met klas 6 vieren het samen in de aula op een geschikt moment in deze periode. Ook hier wordt muziek gemaakt en gezongen. Dit alles in een zeer stemmige en sfeervolle aula. De kinderen van klas 1 mogen de adventstuin lopen om hun eigen kaarsje aan te steken.

Na deze advent viering, gaan we richting Kerstmis. Het kerstverhaal wordt begonnen. Iedere week brandt er een kaarsje meer, totdat de vierde brandt en het spoedig Kerstmis zal zijn.

Op de seizoentafel komen in de 1e week mineralen op de tafel, de 2de week, plantjes/bolletjes/dennengroen, de 3de week de dieren/os-ezel-schapen en in de 4de week komen de mensen erbij- de herders. Jozef en Maria zullen dan met kerstmis arriveren en het kindje Jezus zal geboren worden.